19 september 2011

Fietsje

Nou, de eerste seizoenspuntjes zijn binnen. Volgens goede traditie hadden we weer de grootste moeite met een op papier mindere tegenstander. Dit keer stribbelde niet alleen de opponent tegen, er waren nog wat andere zaken. Vervangend teamleider Leon van Tol kreeg een vuurdoop van jewelste. Dat er twee invallers waren was niet zo’n probleem; die scoren gewoon altijd bij ASV. Eén tragisch vormeloos teamlid, daar is ook overheen te komen – waarover zometeen meer. Maar een lekkage om twaalf uur bij Remco de Leeuw in Nijmegen was een gevalletje lullige overmacht. Koortsachtig rondbellend vond Leon ten slotte Jan Vermeer bereid om in te vallen, maar die kon om twee voor één weer worden afgebeld toen Remco zich weer meldde. Toch bedankt, Jan! Remco arriveerde een halfuur te laat in de speelzaal, en zoals dat dan gaat was hij als eerste klaar. Onze Nijmegenaar had alle druppels van zich afgeschud en won in een woedende aanval. Aan de overige borden zag het er goed uit. Eigenlijk stond alleen de geplaagde Leon zelf onder druk tegen Guust Homs (ging dat paard op a5 niet verloren?), Wouter van Rijn moest aanvankelijk keepen en Jan Knuiman keek tegen een lelijk eigen dubbelpionnetje op c7/c6 aan. De rest stond goed tot erg goed. Ook ondergetekende natuurlijk, nadat Arie Huijsman de opening lelijk had mishandeld. Maar deze schaakmaand is voor mij ontaard in een opeenhoping van groteske blunders. Volledig geconcentreerd op mijn eigen aanval overzag ik een simpele paardzet vooruit (!!) van Arie en kon meteen opgeven. Lekker hoor. Deze zeperd werd snel goedgemaakt door Eelco de Vries, die met groot gemak Wim Ratering inblikte op de koningsvleugel. Aanvankelijk klaagde hij nog dat hij net als Remco ook weer te laat had moeten komen, want die won zo gladjes. Maar Eelco had niet veel langer nodig. De mooiste overwinning kwam van Wouter, die de druk van Michel van Leeuwen op zijn zwakke e6-pionnen had weten op te vangen, niet bang was voor de opening van zijn koningsstelling en keihard toesloeg… met een combinatie die niet bleek te kloppen.

Van Leeuwen - Van Rijn

30...Tc2?! 31.Dxc2 Pxf4 32.Te4? Ik had de stelling weer niet in Rybka moeten gooien, want die bederft het hele verhaal en geeft hier ijskoud 32.g3 en wit is in het voordeel, bv. 32...e5 (na 32...Pxe2+ 33.Dxe2 Dd5 34.Kg2 gaat de e-pion verloren) 33.Te4 Dh3? 34.Txf4!. Offers op g3 halen niets uit omdat de dame er op g2 tussen kan. Na de tekstzet is het echter meteen uit. 32...Txg2+ 33.Kf1 33.Kh1 e5 en ...Dh3+. 33...Db5+ 34.T1e2 Dh5!


Toch weer fraai gezien, deze dameswitch. Wit spartelt nog wat na in tijdnood. 35.Ke1 Dxf3 36.Txe6 Pxe6 37.Dc8+ Pf8 38.De8 Ld6! Een aanvalszet! 39.Dd8 Tg1+ 40.Kd2 Lf4+ En nadat de zetten waren geteld gaf Van Leeuwen op; het is mat in drie. Nu werd het bij 3½-1½ (Knuiman had inmiddels geremiseerd) nog behoorlijk spannend. John Sloots had een kwaliteit gepakt tegen de driftig aanvallende Toon Janssen, maar deze was ondanks hevige tijdnood behoorlijk aan het truuken; zodanig dat onze John kort voor de veertigste zet maar eens remise aanbood. Dat werd niet aangenomen omdat Janssen wist dat Zevenaar op een kleine nederlaag afstevende. Dat was echter niet zo duidelijk meer. Aan bord 2 had Otto Wilgenhof tegen Henk Karssen aanvankelijk een mooie drukstelling, maar toen hij oogstte en twee mega-vrijpionnen op de damevleugel kreeg, liep hij ineens tegen een venijnige tegenaanval aan. Karssen, die in de afgelopen weken in onze interne ritme heeft opgedaan, dacht diep na en rekte de strijd nog lang, maar feit was dat de wanhopig vechtende Otto geen kans meer kreeg. Toen dat eraan zat te komen adviseerde ik John door te spelen in een eindspelletje waarin alleen hij kansen had, omdat Leon, na eerst helemaal teruggekomen te zijn tegen Guust, een pion had verloren en de situatie totaal onduidelijk was. Dus John modderde door, en Leon ook. Guust en Leon kwamen in de volgende stelling terecht:

Homs - Van Tol
Wit staat hier nog een tikje beter na bv. 1.Pg2, omdat zwart wegens een vorkje op f6 niet op g4 kan slaan. De volgende zet is te ambitieus, maar kan nog net: 1.g5?! d2! Link. 2.Pf6+?? 2.Pc3 terug was verplicht; na 2...Pxg5 3.Kc2 Pf3 4.Pe6 loopt het waarschijnlijk op remise uit. Onmiddellijk liep Guust rood aan: ongetwijfeld zag hij dat 4...Kf7! direct wint: 5.Kc2 Lf5+ 6.Kd1 c3. Dus bood hij snel remise aan. Nu stond Leon even op om zich ervan te vergewissen dat John niet ging verliezen, met een vaag glimlachje dat mij optimistisch stemde. Hij ging weer zitten en... nam het vredesvoorstel van Guust aan! ‘Ik heb me verrekend’, zei hij achteraf. John probeerde het nog even tegen de opnieuw op tijdnood afstevenende Janssen, maar winst bleek er toch niet in te zitten. 4½-3½ dus. Uw verslaggever had het allemaal mogen aanschouwen en vertrok toen schielijk. Op mijn fietsje sukkelde ik naar huis, via Meinerswijk, in de naderende schemering. Een paard doemde voor mij op, maar ik kon het niet meer van een loper onderscheiden. De teloorgang van oude Knudde.

Wouter van Rijn-Michel van Leeuwen 1-0
Otto Wilgenhof-Henk Karssen 0-1
Leon van Tol-Guust Homs ½-½
Eelco de Vries-Wim Ratering 1-0
Peter Boel-Arie Huijsman 0-1
John Sloots-Toon Janssen ½-½
Jan Knuiman-Vincent Pelgrom ½-½
Remco de Leeuw-Hans Castrop 1-0

Peter Boel